maandag 24 september 2012

Niemand weet dat ik een mens ben

Week 1 

Een nieuw schooljaar, een laatste module afstandsleren. Ik moet er weer even 'inkomen' na drie maanden vakantie. Buiten het feit dat ik nog in het schoolritme probeer te komen, ben ik wel heel blij met de idee achter deze module afstandsleren. Ik vind namelijk dat ik op vlak van achtergrondkennis en algemene kennis nog tekort schiet. Voor mij is het dus fantastisch om de kans te krijgen hier op deze manier aan te werken. Ik denk regelmatig bij mezelf: ik zou vaker een boek moeten lezen, eens naar een voorstelling gaan kijken, een museum bezoeken, ... Nu word ik verplicht en daar ben ik gek genoeg heel blij mee. Ik ben ervan overtuigd dat ik interessante cultuurprikken ga meemaken en dat ik heel wat meer achtegrondbagage zal hebben om 'mee te slepen' naar de klas. In het beste geval geraak ik volledig 'into cultuur' en blijf ik culturele dingen afschuimen.

Voor de eerste week heb ik mijn oog laten vallen op het boek 'Niemand weet dat ik een mens ben' van Erwin Mortier, een boek over minderjarige asielzoekers.













Romanschrijver Erwin Mortier en fotografe Lieve Blancquaert zochten een aantal minderjarige vluchtelingen op in opvangcentra - meisjes en jongens uit hun vaderland verdreven, zonder familie, zonder vrienden en kennissen, alleen in een onbekende en niet zelden vijandige wereld, die wij graag 'de onze' noemen. Hun verhalen, trauma's, frustraties en verlangens zijn stuk voor stuk aangrijpend, temeer omdat Erwin Mortier ze zonder commentaar optekent, direct, nu eens rauw en dan weer met een eigen poëtische ondertoon. Lieve Blancquaert maakte er schitterende foto's bij. Niemand weet dat ik een mens ben toont aangrijpende getuigenissen van de verdoemden van onze tijd.

Ik ben sowieso iemand die begaan is met andere mensen en vind het bijvoorbeeld vreselijk om bedelende mensen te zien in de stad. Dat blijft mij gewoon elke keer iets doen. Ik vrees dat ik dat een beetje van mijn moeder heb, al is zij nog een paar graden erger. Zo heeft ze afgelopen winter een asielzoeker (ze geloofde dat het een Albanees van in de twintig jaar was) die 's nachts bij het station van Neerpelt in de kou op een bankje lag, mee naar huis genomen en hem een bed, een douche en eten gegeven. Ik vond dat ze helemaal gek geworden was, maar dat is typisch mijn moeder. Uiteindelijk is alles goed verlopen, hij was haar enorm dankbaar. Ik vind dat wel knap van haar, dat ze zoveel vertrouwen heeft in iemand die ze niet kent. Zelf zou ik het risico nooit genomen hebben.

Ik vertel dit omdat vluchtelingen eigenlijk een hele negatieve connotatie over zich hebben. We wantrouwen hen, veroordelen hen. Daarom zou ik heel graag wat meer weten over hoe het is om in België terecht te komen als vluchteling. Wat zijn zoal de redenen voor hun vertrek uit eigen land? Hoe is het om die beslissing te maken? Waarom kiezen ze voor België? Hoe verloopt de reis naar hier? Wat gebeurt er als ze hier aankomen? Hoe is het om in België te leven als vluchteling? Wat is de wettelijke procedure in België hieromtrent?
Lieve Blancquaert

'Niemand weet dat ik een mens ben' is des te aantrekkelijker omdat het stuk voor stuk minderjarige asielzoekers zijn, jongeren die eigenlijk een zorgeloos leven zouden moeten hebben. Bovendien zijn minderjarigen interessanter voor leerlingen omdat het leeftijdsgenoten zijn. Ze kunnen gemakkelijker hun leven met dat van de vluchtelingen vergelijken. Ook het feit dat Lieve Blancquaert de fotografie heeft verzorgd, vind ik interessant. Foto's vertellen soms meer dan tekst, zeker voor leerlingen geldt dit.


Om mij voor te bereiden op het boek, lees ik een aantal nieuwsberichten omtrent de asielproblematiek in België. Het lijkt me belangrijk om te weten wat er zoal in het nieuws komt hierover, ook al zijn deze berichten heel objectief bekeken. Tijdens het lezen maak ik (onbewust) misschien linken met de nieuwsberichten, al krijgen ze dan een menselijk gelaat. Als ik merk dat ik na het lezen op sommige vragen nog geen antwoord heb, kan ik dat achteraf nog opzoeken.

Achtergrondinformatie asielproblematiek 

Bij Terzake was er onlangs een politiek debat tussen Yasmine Kerbach (SP.A) en Filip Dewinter (Vlaams Belang) over het thema 'migratie'. Dit is een interessant debat omdat je hier twee duidelijke meningen tegenover elkaar ziet over het onderwerp asielzoekers. Het is een item dat telkens weer terugkeert en waarover veel discussie bestaat. Yasmine Kerbach denkt meer empathisch, menselijker en staat open voor verschillende oplossingen. Filip Dewinter denkt rationeler, realistischer en harder. Ik kan beide meningen eigenlijk wel volgen. Filip Dewinter heeft ergens een punt, maar Yasmin Kerbach heeft ook gelijk als hij ze zegt dat hij mensen tegen elkaar opzet. Ik vind het een bijzonder moeilijk item. Ik ben namelijk ook iemand die eerder menselijk denkt, maar door 'soft' te zijn zullen we geen efficiënte oplossingen vinden. 

In het artikel '12 procent minder asielaanvragen in 1 maand' lees ik dat het aantal asielaanvragen vorige maand is gedaald met zo'n 12% tegenover juli. Bovendien zijn er nog nooit zoveel asielzoekers vrijwillig teruggekeerd. De meeste asielzoekers komen uit Afghanistan, Rusland, Guinee, DR Congo en Kosovo.

Ik heb ook dit fragment uit het journaal bekeken. Hieruit leer ik dat mensen die uit een oorlogsgebied komen, meestal wel asiel krijgen. Dat betekent echter niet dat mensen die uit hetzelfde land komen, allemaal asiel krijgen. Er wordt vooral gekeken naar het gebied. Van alle Afghanen die vorig jaar asiel aangevraagd hebben in België, is 40% teruggestuurd naar hun land. 60% is wel erkend als vluchteling. Er is met andere woorden een vrij groot verschil in de beoordeling van de aanvragen, terwijl ze allemaal uit hetzelfde land komen. Dat komt omdat Afghanistan niet overal onveilig is. De vluchtelingen uit dit fragment woonden bijvoorbeeld in Gahzni, een gebied dat overheerst wordt door de Taliban. Zij worden naar Kabul gestuurd omdat het daar wel veilig is. De vrouw is oorspronkelijk van Kabul, vandaar dit 'alternatief'. Ook zaten er blijkbaar gaten in hun verhaal. Het lijkt me heel moeilijk om uit te maken wie het recht heeft om erkend te worden als vluchteling en wie niet.

Op de website van MO vond ik dit artikel. KMS (Kerkwerk Multicultureel Samenleven) /AMOS (Asiel, migratie en ontwikkeling en Solidariteit) organiseerde onlangs een nationale netwerkdag tegen 'vrijwillige terugkeer' van migranten onder lichte dwang. Ze vinden dat een terugkeer heel zorgvuldig moet worden voorbereid. De tijd die mensen krijgen om hun terugkeer voor te bereiden, moet volgens AMOS dus worden verlengd van dertig dagen naar zes maanden, zodat er dus meer rekening gehouden wordt met de individuele noden van de migrant. AMOS denkt dat de druk om opnieuw te emigreren zal minderen of wegvallen hierdoor.

Dat de meningen verdeeld zijn over het migratiebeleid, weet iedereen. Ook in het dagelijkse leven hoor je verschillende uitspraken over asielzoekers, van positief tot zeer negatief. In dit artikel heb ik nog een negatieve reactie naar migranten toe ontdekt. Het gaat om Marite Wuyts, een N-VA-kandidate voor het district Antwerpen. Zij vergelijkt de vrijgevigheid van de regering voor illegalen met het voederen van vogels. Zij scheert alle illegalen over dezelfde kam en denkt naar mijn mening te zwart-wit.

Tenslotte heb ik nog belangrijke informatie gevonden in dit artikel.

Aangename kennismaken met de bibliotheek in Hamont

Nu ik mij wat heb ingelezen over de asielproblematiek, ben ik klaar voor mijn boek. Op naar de bibliotheek! Ik ben nu echt nieuwsgierig naar de getuigenissen van deze jonge asielzoekers. Wie weet kan ik dan ook beter een eigen mening vormen omtrent deze problematiek.

Ik ben ondertussen naar de bibliotheek van ons dorp geweest en ik schaam mij dat ik er zo slecht mijn weg ken. Ik heb dan ook maar meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om onze bib een beetje te verkennen. Nu weet ik tenminste ongeveer wat ik waar moet zoeken. Laten we hopen dat ze er vanaf nu een vaste klant bij hebben!

bibliotheek Hamont

Aangrijpende, echte en leerrijke verhalen van jongeren met heel wat bagage 

Door het voorwoord te lezen, weet ik al meteen dat dit echt een boek voor mij is. Het is vlot geschreven, staat vol met prachtige foto's en gaat over een onderwerp waar ik heel weinig vanaf weet. Bovendien is het een onderwerp dat perfect past binnen PAV. Het gaat mij dus zeker iets opleveren door dit aandachtig te lezen. Het feit dat het boek gevuld is met getuigenissen van minderjarigen, maakt dat ik dit perfect kan gebruiken in de klas door bijvoorbeeld een stukje voor te lezen wanneer iemand een ondoordachte opmerking maakt over asielzoekers. Daarbij is het ideaal om allerlei dingen te illustreren in het thema vluchtelingen.

Het verhaal van de zusjes Gyselinde, Rana en Marina uit Angola 

Angola
Probleem:
- veel armoede door de jarenlange burgeroorlog
- strijd tussen de verschillende politiek bewegingen
- Angola is een eenpartijstaat waarin democratie niet bepaald geldt

Reden van vertrek: waarschijnlijk werd de familie politiek vervolgd

De getuigenis is geschreven in de woorden van de jongeren zelf, wat het nog gemakkelijker maakt om mij in te leven in hun verhaal. Het feit dat het zo'n eenvoudige taal is, maakt ook dat ik perfect fragmenten kan gebruiken in de klas.

Wat mij van dit verhaal is bijgebleven, is dat deze meisjes het eigenlijk altijd zo goed als zonder familie hebben moeten redden. Hun ouders zijn bijvoorbeeld al heel vroeg overleden, hun broers woonden in Europa. Daarom heeft hun tante beslist hen ook naar Europa te sturen. Zelf kon ze niet langer voor de meisjes zorgen wegens financiële problemen en het feit dat ze gezocht werd door de politie. Eenmaal in België aangekomen, werden de meisjes achtergelaten. Een mevrouw heeft hen naar het Commissariaat voor de Vluchtelingen gebracht. De meisjes hadden helemaal geen zin om naar België te komen, ze hebben er zelf niet voor gekozen. De vliegtuigreis was bijvoorbeeld een hel. Toen de oudste zus omschreef hoe ze dat hebben ervaren, heb ik daar toch wel even bij stilgestaan. Ze hebben nog nooit in een vliegtuig gezeten, en daarbij zagen ze overal witte mensen. Ook dat kenden ze niet. Ik begrijp heel goed dat dat beangstigend is.

Behalve de reis naar hier en de reden erachter, beschrijft de oudste zus ook hoe het is om plots in een ander land te leven. Alles wat ze kenden en geleerd hadden, moesten ze vergeten. De eerste twee jaren hebben ze vooral gehuild.

Bij het Commissariaat voor de Vluchtelingen zaten er zo'n duizend andere mensen op hun beurt te wachten. De meisjes beseften natuurlijk niet dat er zoveel anderen waren die min of meer in hetzelfde schuitje zitten. Ik kan mij dat eigenlijk ook niet voorstellen, zoveel vluchtelingen die hier aankloppen. Ik begrijp dan ook wel dat er een degelijk migratiebeleid moet zijn. We kunnen onmogelijk zoveel mensen opvangen. Aan de andere kant zet het mij ook aan tot nadenken. Zoveel mensen die weg willen uit hun land... En wij hebben het hier zo goed.

De meisjes werden opgevangen in verschillende opvangcentra, maar daar voelden ze zich absoluut niet thuis. Er werd niet goed voor hen verzorgd, de toiletten waren vies, het klikte niet met alle mensen daar, ... Ik kan me voorstellen dat het een traumatische ervaring is voor kinderen, maar ik besef ook dat België waarschijnlijk doet wat ze kan. Dat maakt het heel erg moeilijk.

Wat me nog heeft geraakt in hun verhaal, is dat er zo op gehamerd werd dat ze steeds hetzelfde verhaal moesten vertellen. Er hangt dus steeds de angst boven hun hoofd dat ze hen ervan zouden kunnen beschuldigen geen echte vluchtelingen te zijn. Vluchtelingen moeten voortdurend hun verhaal opnieuw vertellen, ze moeten steeds opnieuw bewijzen dat ze recht hebben om hier te blijven. Dat moet slopend zijn, maar ook hier weer begrijp ik dat deze procedure echt nodig is om te kunnen bepalen wie erkend wordt als vluchteling en wie niet. Als België hier niet zo strikt in is, is het echt niet houdbaar.

Deze meisjes hebben papieren gekregen, maar doordat ze zo dikwijls zijn moeten verhuizen en nare dingen hebben meegemaakt (bv. gepest worden), hebben ze het vertrouwen in anderen verloren. De oudste van de drie wil na haar studies graag terug naar Angola. Ze voelt zich nog steeds niet helemaal thuis in België. De jongste zus wil graag in België blijven, zij is het hier nu gewoon. De middelste zus is nog aan het twijfelen.

Ze vertellen ook dat ze bijna geen Belgen kennen, al hun vrienden zijn uit Congo of Ghana. Ze vinden dat Belgen teveel vragen stellen over de reden waarom ze hier zijn. Ze zijn die vragen ondertussen beu. Op de speelplaats en op straat zie je trouwens ook dat 'gekleurde' jongeren eerder samenhangen, net zoals de blanken eigenlijk. Van racisme hebben ze gelukkig nog niet zoveel last gehad, al merken ze wel dat blanken zich anders gedragen ten opzichte van hen. Ze zijn hoe dan ook blij dat ze hier veilig zijn.

Het verhaal van Xairtdaa uit Mongolië 


Mongolië

Probleem:

Sociaal is er een sterke tweedeling tussen een plattelandsbevolking (traditionele veeteelt) en een stedelijke bevolking (gemeenschappen van buitenlandse arbeiders), een situatie die zorgt voor spanningen.



In het verhaal van Xairtdaa vind ik vooral de tegenstellingen tussen zijn leven van vroeger en nu treffend. Hij had het eigenlijk heel goed, maar door omstandigheden is het hem slecht vergaan. Ik merk nu al dat de redenen waarom mensen naar België emigreren enorm uiteenlopend zijn. Ik ging er bijvoorbeeld vanuit dat asielzoekers uit armoede of oorlog vluchtten. Volgens mij is dat ook meestal zo, maar het is boeiend om in dit boek verschillende situaties te lezen.

Ik 'pik' een aantal interessante elementen uit zijn verhaal.

Deze jongen komt van Mongolië, een land waar ik eigenlijk helemaal niets vanaf weet. Als ik een beetje google, lees ik ook dat het één van de onbekendste, meest afgelegen en daardoor minst bezochte landen ter wereld is. Het is blijkbaar een prachtig land, maar jammer genoeg wel in moeilijkheden.

"Mongolië is mijn land, heel groot, vol woeste steppen en gebergten, en de zomers zijn er de mooiste op de hele wereld. Vroeger was mijn land nog veel groter, in de tijd van Djengis Khan. Zelfs de Bengaalse Zee was toen van ons, maar veel van ons gebied is later bij Rusland gevoegd. Het leven is heel moeilijk in Mongolië, hoe mooi het land ook is. Er komen veel mensen uit andere landen werken: Chinezen, Marokkanen, Irakezen en Iraniërs, en ook mensen met een zwarte huid. Er wordt veel gevochten. Mensen uit Japan komen naar mijn land voor ons water en onze olie. Ze betalen ons voor ons water en onze olie, maar onze rivieren worden vies en onze aarde zit vol gif. De Japanners worden rijk en wij krijgen niets, alleen viezigheid en gif. Mongolië zouden het liefst alles zelf doen, dan zouden we allemaal een inkomen hebben. Mijn land is geplunderd."

Xairtdaa vertelt ook dat Mongolië een moeilijk land is waar je echt moet knokken. De mensen zijn er heel hard en racisme is er in overvloed.





Xairtdaa had het ondanks alles wel goed in Mongolië. Hij zat op een goede school, wat meestal toch wel toekomstperspectief betekent. Zijn vader was namelijk een succesvolle zakenman. Zijn moeder heeft hij in principe nooit gekend, ze is kort na zijn geboorte gestorven. De problemen voor Xairtdaa zijn eigenlijk begonnen toen zijn vader stierf en hij achterbleef bij zijn stiefmoeder, die niet van hem hield. Hij moest stoppen met school en in de goudmijnen gaan werken. Samen met zo'n dertig andere kinderen, soms maar zeven of acht jaar oud, werkte hij meer dan acht uur per dag onder de grond. Al het geld dat hij ermee verdiende, moest hij aan zijn stiefmoeder geven.

foto van Xairtdaa, gemaakt door Lieve Blancquaert
Op een dag is Xairtdaa uit de mijn gevlucht en naar de broer van zijn vader gegaan. Hij heeft hem geholpen een ander land te zoeken. Xairtdaa is eerst in verschillende andere landen geweest voordat hij in België aankwam. Door als kind in al die vreemde landen te komen, is hij natuurlijk bij foute mensen terechtgekomen. In Rusland is hij bijvoorbeeld bij mannen van de maffia beland. Daar heeft hij allerlei dingen gezien die een kind niet hoort te zien (overvallen, drugshandel, ...).

Eigenlijk wilde Xairtdaa naar Engeland, maar dan moest hij eerst naar België. Zo is hij hier terechtgekomen. Na een onrustige periode heeft hij rust gevonden in een opvangcentrum. Ondertussen woont hij bij zijn pleegmoeder, ook een Mongoolse.

Ook Xairtdaa zegt dat hij mensen niet meer snel vertrouwt, vooral omdat er veel achter zijn rug gepraat wordt en omdat alles om geld draait. Hij wil graag kok worden, maar telkens als hij ergens in een keuken wil werken, moet hij eerst een paar honderd euro betalen. Dat is dus puur racisme en misbruik.

Uit zijn verhaal leer ik dat je echt een olifantshuid moet hebben om het te redden als vluchteling. Hij moet zich steeds opnieuw bewijzen, leeft in onzekerheid omdat hij nog geen papieren heeft, er wordt misbruik van hem gemaakt omdat hij toch geen andere keuze heeft, ... Toch is hij blij om hier te zijn omdat hij werk heeft en bovendien is het hier rustig.

foto van Xairtdaa, gemaakt door Lieve Blancquaert

Het verhaal van Doris en Tim uit Burundi 

Probleem:

- één van de tien armste landen ter wereld
- spanningen tussen Hutu's en Tutsi's (al het geweld heeft een zware tol geëist)

Reden van vertrek:
- door de onveiligheid in het land (o.a. de vervolgingen)
- kans op een betere toekomst in België




Deze getuigenis is taalrijker geschreven en lijkt mij dus vooral geschikt om voor te lezen in de klas. Uit het verhaal van Doris en Tim valt heel wat te leren over Burundi en het leven als vluchteling hier. Ik heb al door dat elke getuigenis anders is en dat elk verhaal enorm boeiend is, dus ik ga proberen iets bondiger te zijn.

Tijdens de lessen PAV is de genocide in Rwanda al aan bod gekomen, in Burundi waren de haat en afslachtingen vergelijkbaar. Het is wel anders om dit via een getuigenis te lezen, want dan besef je pas echt hoe vreselijk het moet zijn om voortdurend in angst te moeten leven. Dat kennen wij hier niet. Vergeleken met daar is het in België heel vredig. Verschillende familieleden en vrienden van Doris zijn vermoord in de oorlog van de jaren negentig. Als ze naar school ging, moest ze over de lijken stappen. Ik krijg rillingen door dit te lezen.

Doris heeft ook verschillende keren in de gevangenis gezeten omwille van het feit dat ze vluchtelingenwerk deed. Daar was het uiteraard ook pure gruwel, dat kon ook niet anders. Haar broer heeft iemand aangesproken en die heeft ervoor gezorgd dat ze het land kon verlaten.

foto van Doris, gemaakt door Lieve Blancquaert
Doris vond het heel vreemd om hier in België aan te komen, maar net als de andere vluchtelingen in dit boek zegt zij ook dat ze tenminste niet meer bang hoefde te zijn. Ze is heel gelukkig dat ze hier is.

Doris vertelt dat ze goed is opgevangen hier in België. Ze vond het vooral moeilijk dat de mensen hier haar niet konden begrijpen. Zij heeft het gevoel dat sommige Belgen vluchtelingen nog altijd allemaal over dezelfde kam scheren: vreemdelingen zijn vreemdelingen, ze komen allemaal naar hier om te profiteren. Ik denk dat leerlingen ook vaak die mening hebben. Dit boek toont echter aan dat elke vluchteling zijn eigen verhaal heeft. Daarom lijkt het mij geweldig om te gebruiken in de klas.

Daarbuiten viel het nog wel mee om zich aan te passen. Het weer was eigenlijk de grootste aanpassing, maar daar is ze ondertussen wel aan gewend. De mensen in het opvangcentrum hebben haar veel geleerd, zoals met de trein reizen, hoe je een lift moet bedienen, ... Dat zijn voor ons logische dingen, maar in landen zoals Burundi kennen ze dat natuurlijk niet. Ik denk niet dat leerlingen daarbij stil staan dus het lijkt me interessant om daar een gesprek over te houden met hen. Veel mensen beseffen niet welke aanpassingen zo'n verhuis allemaal inhouden.

foto van Tim, gemaakt door L. Blancquaert
Tim is het zoontje van Doris' zus. Ze hebben hem onverwachts naar haar toegestuurd, waarschijnlijk in de hoop op een beter leven. Dat heeft hij wel gekregen, want hij gaat naar school en voelt zich goed hier. Doris zorgt voor hem alsof het haar eigen zoon is. Voor kleine kinderen is het gemakkelijker om zich aan te passen. Tim heeft ook veel Belgische vriendjes. Dat ligt toch anders voor kinderen die op latere leeftijd hier aankomen. Doris voelt zich hier snel eenzaam, maar met Tim erbij is dat al veel minder.

foto van Doris en Tim, gemaakt door L. Blancquaert

Het verhaal van Amin uit Noord-Irak (Koerdistan)

Probleem:
- regio van conflicten
- veel Irakese oliebronnen
- levendige wapenhandel en wapensmokkel

Reden van vertrek: Nadat de ouders van Amin zijn gestorven, kwam hij bij zijn oom terecht. Daar werd hij heel slecht behandeld. De vriend van de partner van zijn vader heeft hem daar weggehaald en naar Europa gestuurd.

Het verhaal van Amin is echt schrijnend. Ik heb het net gelezen en mijn maag ligt er een beetje van overhoop.  Je hoort mensen regelmatig zeggen dat vreemdelingen agressief zijn, zich niet aanpassen aan onze cultuur, misdadig zijn enzovoort. Jongeren zoals Amin hebben inderdaad moeilijkheden, het zijn geen lieverdjes. Als je zijn verhaal echter leest, besef je wel hoe schrijnend zijn leven tot nu toe is geweest. Heel zijn leven ligt overhoop, hij is depressief. Zoals hij zelf zegt: anderen hadden misschien allang zelfmoord gepleegd.

De titel van het boek is gebaseerd op dit verhaal, een prachtige titel trouwens. Voor Amin voelt het alsof niemand weet dat hij ook gewoon een mens is met een verleden en gevoelens. Hij voelt zich eerder een hond.

De reis naar hier was geen lachertje. Hij is met een vrachtwagen meegekomen, in de laadbak tussen de vracht, samen met drie andere mannen. Amin was toen nog maar veertien jaar. Het enige eten dat hij tijdens die zeven dagen heeft gezien waren chocolade en koekjes. Elke dag moest hij overgeven.

In dit verhaal vind ik vooral hetgeen er in Amin omgaat treffend. Ik vind dat ik dat het beste kan overbrengen aan de hand van enkele dingen te citeren.

  • Nadat na zijn vader, ook zijn moeder is gestorven.

"Ik vroeg aan God: 'Wat heb je met me gedaan?'"

  • Nadat hij van zijn oom moest stoppen met school en gaan werken. Het geld moest hij afgeven.

"Ik was klein. Ik had geen plannen, maar ik wilde zijn
zoals elk kind is.
Ik had kleine plannen,
zoals elk kind die heeft,
maar die vijf dollar moest ik afgeven."

  • Over zijn gevoelens nu en als hij terugdenkt aan het leven bij zijn oom:

"Ik was gek van verdriet.
Ik denk nog steeds dat ik gek ben.
Mijn hoofd zit vol problemen."

"Ik droom altijd van vroeger.
Ik word er gek van.
Ik kan er niet meer tegen.
Ik heb mezelf al vaak gesneden.
Kijk maar naar mijn armen, vol littekens.
Iemand anders had misschien allang
zelfmoord gepleegd."

Zijn getuigenis puilt uit van zulke citaten. Voor mij is het heel duidelijk dat jongeren zoals hem een goede psychologische begeleiding nodig hebben. Anders komt het niet goed met hen, ze zijn veel te vatbaar voor negatieve zaken. Deze jongen is zo zwaar getekend. Hij heeft een lange weg af te leggen. Het zou onmenselijk zijn als hij geen papieren kreeg.

Steenokkerzeel

In de getuigenissen komt vaak de instelling in Steenokkerzeel ter sprake. Dat is een observatie- en oriëntatiecentrum van de Belgische overheid waar minderjarige vluchtelingen in België een eerste opvang krijgen. Er kunnen vijftig mensen verblijven. Meestal verblijven ze er twee weken tot een maand. In die periode bekijken de begeleiders wat er verder moet gebeuren met de jongeren.



Het verhaal van Hawlatou uit Senegal


Probleem:

Sommige groepen van het volk zijn streng islamitisch en doen aan vrouwenbesnijdenis.








Het volgende verhaal dat ik wil bespreken, is dat van Hawlatou. Haar verhaal wekt mijn interesse omdat ze deel uitmaakte van De Peul, het seminomadische volk. Ik heb daar namelijk nog nooit van gehoord. Blijkbaar doen sommige groepen van het volk aan vrouwenbesnijdenis. Hawlatou heeft dat lot ook moeten ondergaan.

Hawlatou is weggegaan omdat het te erg was daar. Ze kon niet leven met de cultuur. Toen ze haar wilden uithuwelijken aan iemand tegen haar wil, was dat de druppel.

een foto van Hawlatou, gemaakt door Lieve Blancquaert
Hier in België is ze aangesloten bij Gams, een organisatie die zich inzet voor vrouwen met genitale verminking. Ze werkt ook mee aan onderzoek naar seksueel misbruik in asielcentra. Ik weet wel dat seksueel misbruik overal voorkomt, maar als ik al deze verhalen lees, keert mijn maag echt om als ik eraan denk dat sommigen daar ook nog slachtoffer van worden als ze hier in België aankomen. Dat komt er dan ook nog eens bij. Rillingen krijg ik ervan.

Elementen die heel vaak terugkomen in de verschillende verhalen

- het verschil in temperatuur: hier is het vreselijk koud
- het wantrouwen in andere mensen
- in België leeft iedereen zo individualistisch, ze missen het 'samenleven'
- de aanpassingen zijn soms immens: hoe werkt een douche? wat is een lift?
- ze voelen zich verloren en onbegrepen
- ze moeten hier steeds opnieuw hun verhaal vertellen en dat valt zwaar
- de meeste kinderen zijn heel gelovig
- ze moeten heel vaak verhuizen als ze hier aankomen

Voogden 

Het laatste hoofdstuk van het boek is geen getuigenis van een vluchteling, maar van een voogd. Er is een groot gebrek aan voogden in ons land, terwijl dat verplicht is voor minderjarige vluchtelingen.

Er zijn twee soorten voogden: mensen die het doen als beroep en mensen die het als vrijwilliger doen. Momenteel is er een gebrek aan vrijwillige voogden en dus zijn er veel professionele voogden die een heleboel kinderen begeleiden. Dan is het niet meer met het hart, maar eerder administratief.

Als je voogd wil worden, moet je daar wel wat voor over hebben. In vier dagen tijd krijg je de theorie rond alle instanties die bij het beleid rond vluchtelingen en asielzoekers betrokken zijn, de rechten en belangen van het kind enzovoort. Als je eenmaal als voogd aangesteld kan worden, belt de dienst voor de voogdij met de vraag of je de mogelijkheid hebt en bereid bent een kind als pupil onder je hoede te nemen. Als je akkoord gaat, ontvang je een brief die stelt dat je als voogd voor dat kind erkend bent. Vervolgens moet je het kind gaan opzoeken om het te leren kennen en jezelf voor te stellen. Dan moet je contact opnemen met een advocaat, want daar heeft ieder kind recht op. Op die manier begint de procedure.

Als het kind asiel aangevraagd heeft, bestaat die procedure uit twee gesprekken. Eerst is er een gesprek bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Het kind moet dan vertellen waar het vandaag komt, hoe het hier terecht is gekomen enzovoort. Daarna moet je wachten op de brief van het Commissariaat voor de Vluchtelingen waarin het kind wordt uitgenodigd voor het tweede gesprek. In de tussentijd moet je als voogd het vertrouwen van het kind proberen te winnen door regelmatig op bezoek te gaan, leuke dingen te doen, verslagen opmaken enzovoort. Na het gesprek bij het Commissariaat voor de Vluchtelingen komen de kinderen te weten of ze in België kunnen blijven of niet. Als een kind niet erkend wordt, kan je als voogd een beroepsprocedure opstarten. Dat houdt in dat je nog meer informatie moet proberen te verkrijgen op alle mogelijke manieren. Als voogd zorg je ervoor dat het kind ondertussen opgevangen wordt, naar school kan gaan, buitenschoolse activiteiten kan doen enzovoort. Het is misschien iets wat ik nog ooit zou willen doen... Als ik haar verhaal lees, zie ik mij dat ook nog wel doen. Ik denk dat ik net zoals haar veel tranen zal laten in het begin.

Ik kan mij wat betreft de asielproblematiek volledig aansluiten bij de mening van deze voogd. Zij bekijkt het zowel aan de kant van de vluchtelingen als aan de kant van België en begrijpt beiden. Zo is dat voor mij ook.   We kunnen in dit kleine land niet iedereen opnemen. Er moeten oplossingen komen. Een mogelijke oplossing is zeggen dat er bijna geen vluchtelingen meer worden toegelaten, maar dan keer je de problemen gewoon de rug toe. Daar ben ik niet voor, zeker niet na het lezen van dit boek. We moeten altijd menselijk blijven. Niemand verdient een hondenleven, zeker geen onschuldige kinderen. Deze voogd zegt dat het goed zou zijn als we een systeem in Europa hadden waarbij elk land een bepaald aantal kinderen opneemt dat hen vorming, opleidingen en een degelijke begeleiding biedt. Dat zou inderdaad een goede oplossing zijn, maar zoals ze zelf al zegt, hebben sommigen van die kinderen familieleden die ook hier naartoe willen komen. Zo simpel is het dus niet.

Antwoord op mijn vragen

Ik heb mezelf in het begin van deze blog enkele vragen gesteld. Op de meeste vragen heb ik gedurende mijn verslag al antwoord gegeven. Op deze vragen echter nog niet:

Hoe is het om de beslissing te maken uit eigen land te vertrekken? 

Ik heb uit dit boek geleerd dat de kinderen die beslissing zelf helemaal niet maken. Ze zijn nog zo jong. Ze zijn hier door omstandigheden beland, vaak nadat hun ouders zijn overleden. Een andere volwassene heeft hen naar Europa gestuurd. Ze voelen zich wel allemaal veilig in België, dit in tegenstelling tot hun eigen land.

Waarom kiezen ze voor België?

Ze kiezen zelf niet voor België. De meesten kenden ons land zelfs helemaal niet. Voor sommigen is Europa een land, net zoals Amerika. Vele van hen komen dan ook eerst in andere landen terecht. In België worden ze goed opgevangen en dus blijven ze hier. Hier is het veilig.

Wat betreft de wettelijke procedures, heb ik een heel duidelijk en uitgebreid filmpje gevonden op Youtube.



Conclusie 

Dankzij dit boek is mijn interesse gewekt. Ik ga proberen mijn ogen en oren open te houden en wie weet kan ik deze blog dan nog aanvullen met interessante informatie. Voordat ik aan dit boek begon wist ik zo goed als niets over asielzoekers en alles wat daarbij hoort. Nu heb ik al veel meer te vertellen als ik hier les over zou moeten geven. Ik heb zelfs zin om dit thema te behandelen in de klas.

Extra informatie 

De Humo van 23 tot 29 november viel mij onmiddellijk op. De voorpagina kwam exact overeen met deze blog over minderjarige asielzoekers. In de Humo zelf ontdekte ik een uitgebreid interview met een voogd.

De ingescande voorpagina
Ik heb het volledige interview ingescand. Hier op de blog plaats ik een aantal fragmenten:






Bronnen

http://www.lieveblancquaert.be/portfolio
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/terzake/2.24092/2.24093/1.1422264
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.1421819
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/2.22713/2.22714/1.1344456
http://www.mo.be/agenda/kmsamos-nationale-netwerkdag-vrijwillige-terugkeer-stuur-migranten-niet-terug-naar-af
http://www.demorgen.be/dm/nl/3625/Verkiezingen-2012/article/detail/1500611/2012/09/13/Antwerpse-N-VA-kandidate-vergelijkt-asielbeleid-met-voederen-van-vogels.dhtml
http://www.mo.be/artikel/verklarende-woordenlijst-van-de-niet-begeleide-minderjarige-vreemdeling
http://www.fedasil.be/home/attachment/i/14655

Geen opmerkingen:

Een reactie posten